Opgezette vogels en een potje plas: een interview met fotografe Louise te Poele

april 2016

Ze begroet me met nog meer enthousiasme dan haar hond Boele. Louise te Poele, boerendochter van oorsprong, ontvangt me in haar atelier in het Arnhemse Spijkerkwartier. Haar studio oogt als een paradijs voor verzamelaars: overal waar ik kijk staan verschillende objecten uitgestald. Dozen met opgezette vogels, gekleurde lappen stof en kapotte eierschalen, de verscheidenheid is enorm. Om de opgewonden Boele te bedaren, vindt ze tussen alle spullen een kipkluif die hem enigszins kan kalmeren.

Louise is vooral bekend om haar uitbundige stillevens, waarin ze een diversiteit aan objecten componeert tot foto’s. ‘Ik heb een tijd in Marseille gewoond, waar ik om geld te verdienen mensen portretteerde. Na een tijd was ik dat zo zat, dat ik graag foto’s wilde maken waar geen personen op stonden. Bij de markt in de stad stonden kraampjes met allerlei spullen. De vreemde groenten en fruitsoorten die er werden aangeboden inspireerden me om stillevens te fotograferen.’ Louise lacht haar tanden bloot en vertelt honderduit over haar zoektochten naar de juiste onderdelen voor haar stillevens. ‘Tegenwoordig maak ik er een sport van om zoveel mogelijk bijzondere dingen te verzamelen. Laatst was ik bij de dokter voor een onderzoek. Toen ik vertelde dat ik mijn potje plas wel mee terug wilde nemen naar huis, zodat ik het kon gebruiken voor mijn kunst, werd ik voor gek verklaard door de assistente.’

‘Mijn stillevens hebben iets weg van ouderwetse Vanitasstillevens. Net als in die schilderijen, zit in mijn werk ook symboliek.’ De symboliek van haar objecten definieert ze niet vooraf. Soms valt het allemaal pas op zijn plek nadat ze haar foto al tientallen keren heeft gezien. ‘Zo kwam ik er laatst achter dat het werk Cornichon, waarop onder andere een zwarte zandloper is afgebeeld, gaat over het voorbijgaan van de tijd. Het herinnert me aan de tijd dat ik vroeger bij mijn ouders in bad het water uit de kraan probeerde te pakken.’ Ze neemt me mee terug naar haar jeugd door met haar handen voor te doen wat ze vroeger deed. ‘Het vastpakken van een stroom water is onmogelijk, de druppels vervliegen.’

Naast haar vrije beeldende werk fotografeert Louise ook in opdracht. Ze schoot onder andere de zomercollectie voor Claudia Sträter. De veelzijdigheid in haar werk vindt zijn oorsprong in haar beginjaren op ArtEZ. ‘Voordat ik Fine Arts studeerde heb ik twee jaar Fashion Design gedaan. Ik miste echter de vrijheid om eigen beeldend werk te maken, dus ik ben overgestapt. Met mijn vrienden die wel de richting van mode opgingen bleef ik contact houden. Het is voor mij een uitdaging om commerciële opdrachten zo uit te voeren dat de opdrachtgever tevreden is, maar het werk nog steeds een ‘Te Poele’ is.’

Ongeveer drie jaar nadat Louise afgestudeerd was aan ArtEZ, begon zij met lesgeven op diezelfde kunstacademie. De overstap van student naar docent was groot. ‘In het begin van mijn docentschap was het erg zoeken, ik vond het moeilijk de omschakeling te maken. Na drie jaar ervaring kan ik nu pas zeggen dat ik mijn draai enigszins gevonden heb.’ Het delen van de passie voor haar vak is voor Louise een beweegreden om docent te willen zijn. Door anderen haar liefde voor fotograferen te laten zien, probeert ze hen te inspireren. ‘Ik merk dat modestudenten van tevoren denken dat deze kunstvorm te ver van hen ligt, maar ik wil de studenten laten zien dat fotografie helemaal niet vies is.’ Ze bekent dat ze haar studenten uit enthousiasme af en toe overspoelt met informatie. ‘Soms zie ik hen voor me als allemaal ganzen die ik volprop met kennis.’ Ze lacht aarzelend en staat op om een tweede kop thee te zetten.

Louise vertelt over de onzekerheden van het kunstenaarschap. Haar agenda is momenteel vol, maar een gegarandeerd maandsalaris is er niet bij. ‘Soms is er een dag waarop ik twee werken voltooi, maar er gaat ook weleens een week voorbij dat niets lukt. Wanneer ik net iets af heb, vind ik het altijd kut’, zegt ze stellig. ‘Maar als ik na een poos terugkijk, valt het vaak wel mee. Mijn kritische houding houdt me scherp – ik ben niet te snel tevreden - maar soms zou ik mijn hoofd wel uit willen zetten.’ Dan vertelt de zonet nog zo gedecideerd ogende fotografe openhartig over haar podiumvrees. ‘Voordat ik aan een werk begin, ben ik soms bang. ”Kan ik het nog wel?”, denk ik dan’. Als ik Louise vraag naar haar inspiratiebronnen, veert ze overeind en vertelt ze over prachtige werken die ze onlangs heeft bewonderd. De reeks van inspirerende kunstenaars is oneindig en varieert van de ontwerpers van Prada tot fotograaf Richard Avedon. ‘Het klinkt misschien vreemd, maar ik kan me ook laten inspireren door kunstenaars die het tegenovergestelde doen van wat ik doe. Grove ruimtelijke werken kunnen mij betoveren, juist omdat ik zo klein en gedetailleerd werk.’ De lijst van voorbeeldkunstenaars is echter wel veranderlijk. ‘Soms ga ik dan zo in iemand op, dat ik het na een tijd ook weer zat ben. Als je me over een half jaar dezelfde vraag stelt, is mijn lijst weer helemaal anders.’ Als ik vraag op welk eigen werk Louise het trotst is, moet ze lang nadenken. ‘Dat is óók al wisselend’, geeft ze toe. ‘Maar één van de mooiste stillevens vind ik Zwerm, waarbij ik talloze gedroogde visjes heb opgehangen.’ Ze pakt een boekje waarin al haar werken zijn afgedrukt en wijst de foto aan die ze bedoelt. De kleine visjes hebben iets weg van vliegende vogels. ‘Meestal is het zo dat er tijdens het maakproces van een werk veel verandert aan mijn oorspronkelijke idee. Bij dit werk was mijn concept direct al sterk en hoefde ik tussendoor weinig aan te passen. Misschien vind ik het daarom zo mooi.’

Momenteel is ze met veel projecten bezig. ‘Ik forceer mezelf altijd om nieuwe dingen te proberen. Met de stillevens die ik nu maak ga ik door, maar op dit moment sla ik ook een nieuwe weg in. Zo ben ik aan het experimenteren met het vereenvoudigen van mijn foto’s. Vandaag heb ik bijvoorbeeld slechts één object - het hoofd van een mannequin - gefotografeerd, waardoor het resultaat minimalistisch oogt.’ Louise wijst naar de muur achter mij, waar de foto opgehangen is. ‘Je hoeft het niet mooi te vinden, hoor’, zegt ze voorzichtig, ten bewijze van haar podiumangst.

Naast haar experiment met het vereenvoudigen van haar stillevens, zoekt Louise ook naar mogelijkheden om haar werk juist uit te breiden. ‘Mijn foto’s zijn nu tweedimensionaal, maar met het project Smakelijk Schikken wil ik objecten uit de stillevens halen en in de ruimte brengen. Op deze manier wordt mijn kunst een totaalervaring. Het lijkt me een uitdaging om naast het regisseren van een foto ook te ondervinden hoe ik een volledige ruimte kan indelen.’

De toekomstdromen van de fotografe zijn onbegrensd: ‘Japan, New York, Afrika, ik wil overal exposeren!’ Terwijl Louise enthousiast haar bestemmingen opsomt, dansen haar krullen mee op het ritme. ‘En als ik het dan toch voor het zeggen heb, wil ik naast mijn drukke schema toch tijd over hebben om vrij werk te maken. Ik wil gewoon blijven doen wat ik nu doe…’ - ze is heel even stil voordat ze haar zin afmaakt - ‘…maar dan met meer lef.’