Veelgestelde vragen

Werk je veel samen?

We vinden samenwerken belangrijk. Met elkaar – studenten en docenten – vormen we een internationaal georiënteerde, dynamische gemeenschap waarin iedereen met en van elkaar leert. Deze samenwerking is ook gericht op het werkveld, bijvoorbeeld in de stages en projecten. Daarnaast werken de voltijdstudenten ook samen met studenten van de docentenopleiding theater en dans in interdisciplinaire projecten. 

 

Hoe groot zijn de groepen?

De gemiddelde groepsgrootte is ongeveer 18-20 studenten. We werken per jaar met twee groepen voltijd, één groep deeltijd en één groep op maat. In de keuzeprogramma's in de middenfase kan de groepsgrootte variëren tussen de 10-20 studenten, afhankelijk van het aantal dat een bepaald programma wil volgen. 

 

Hoe is het contact met de docenten?

We hebben een hecht en betrokken docententeam met aandacht voor de individuele student. Onze docenten hebben allemaal hun eigen expertise, van autonoom beeldend kunstenaar tot experimenteel ontwerper, van educator in het museum tot docent in het voortgezet onderwijs, van kunsthistoricus tot psycholoog en van onderzoeker tot schrijver. De meeste docenten combineren het lesgeven op DBKV met een eigen praktijk in het veld van de kunst en educatie. 

Begeleiding is klassikaal, in groepsverband, als peers en individueel.  De aanpak van de docent verschilt per programma en per jaar, soms zijn ze vakgericht in de benadering, soms meer coachend. Ze begeleiden je altijd op het gebied van proces en product. 

 

Hoeveel uur per week moet je gemiddeld studeren?

Wij gaan uit van een volledige werkweek op de academie. Zelfstudie doe je naar eigen inzicht. We vinden het ook belangrijk dat je deelneemt aan andere activiteiten, zoals het bezoeken van musea, theater, cultuur, en bijvoorbeeld politiek. 

 

Wat kost de studie per maand?

Per maand moet je rekenen op kosten voor materiaal, zoals papier, klei, usb stick. Ook een museumjaarkaart is belangrijk. Bij aanvang van de studie dien je over bepaalde basismaterialen te beschikken, die je via een pakket kan aanschaffen of zelf kan regelen. Ook staan er een aantal boeken op de literatuurlijst. Daarnaast dien je te beschikken over een digitale camera en een computer. We adviseren je om met de aanschaf van zowel camera als computer te wachten tot de eerste lesweek. Dan krijg je informatie over de technische vereisten en geven onze docenten het advies waar je deze het beste kan aanschaffen voor de laagste prijs. 

 

Hoeveel studenten vallen uit? Stoppen ze omdat de studie te zwaar is of om andere redenen?

We scoren beter dan het landelijk gemiddelde. Enkele studenten stoppen in of na het eerste jaar om diverse redenen, omdat zij bijvoorbeeld een verkeerde keuze hebben gemaakt of door persoonlijke omstandigheden.

 

Zijn er bepaalde ‘struikelvakken’ die lastig zijn? Zijn er tips om die wel te halen?

Er zijn niet echt standaard struikelvakken aan te wijzen. Het is afhankelijk van je eigen achtergrond, vooropleiding en talent welke moeilijkheden je in de studie zult ervaren. Dit kan op het gebied van theorie zijn, maar voor sommige studenten zijn ook specifieke beeldende vakken complex. Sommige studenten blinken uit in de stage en voor anderen is dat meer een zoektocht. Doordat we een brede opleiding hebben, zijn er altijd vakken die aansluiten op je talent. Onze studieloopbaanbegeleiders en docenten helpen je op weg om je uitdagingen het hoofd te bieden. Door een uitgebreid keuzeprogramma in de middenfase en de vrijheid in de eindfase kun je als student je eigen weg kiezen waarmee je de studie niet alleen naar jezelf toe kan trekken maar waarmee je ook eigen specialisme ontwikkelt. 

 

Welke beeldende vakken worden gegeven? 

Er worden zeven basisvakken gegeven (voornamelijk in de propedeuse en deels in jaar 2), zijnde: 

  • grafisch ontwerp
  • tekenen
  • schilderen
  • fotografie
  • bewegend beeld
  • ruimtelijk
  • product design. 

In de middenfase van de studie (voltijd en deeltijd jaar 2 en 3):

  • beeldend keuzeprogramma: dat varieert van thematisch werken (bijv. verbeelden vanuit een verbaal gegeven) tot verdieping in schilderen, documentaire maken, portretfotografie, illustreren of animeren. Als student kies je welk vak je wilt volgen (overigens volgt alleen deeltijd 3 dit programma, deeltijd 2 krijgt verdieping in de basisvakken). 
  • beeldend specialisatieprogramma, daarin werk je een jaar lang een dag per week met een docenten-duo aan een inhoudelijk gebied. Denk bijvoorbeeld aan de specialisatie kunst, wetenschap en techniek of een programma met de titel “onderweg” waarbij ze veel op pad zijn en filosofie als inspiratie benutten. Ook hierin maak je als student je eigen keuzes, uit een aanbod van vier of vijf programma’s. 

In de eindfase werk je (meeste studenten vanuit hun eigen atelier) aan je eigen beeldend project onder begeleiding van drie docenten. Het gehele eindfase team bestaat uit ongeveer 14 docenten met allemaal hun eigen expertise, je kiest je eigen begeleiders. 

 

Hoe ziet de stage eruit? 

Ieder jaar loop je een stage. In jaar 1 en 2 zijn deze verplicht in het voortgezet onderwijs, vanaf jaar 3 kun je kiezen voor het binnenschoolse of buitenschoolse werkveld.  In jaar 4 bepaal je zelf de aard en omvang van je stage, sommige studenten lopen bijvoorbeeld drie maanden fulltime stage in een museum, anderen doen een LIO-stage het hele jaar door gedurende twee dagen per week.  

 

Welk vakken theorie en educatie kan ik verwachten?  

Bij theorie zijn er de volgende vakken: 

  • kunsttheorie en positionering 
  • cultuurgeschiedenis
  • filosofie
  • design theorie 
  • actualiteit

Bij educatie zijn er vakken als: 

  • vakdidactiek
  • psychologie, pedagogiek en onderwijskunde 
  • intervisie tijdens de stage 

Ook is er een keuze aanbod in jaar 2 en 3 voor theorie- en educatie, dan kun je als student zelf de focus meer leggen op theoretische verdieping of juist meer het onderwijs door bijvoorbeeld te leren over passend onderwijs. 

 

Is er een bindend studieadvies en wat houdt dat in?

Ja, in de propedeuse (het eerste jaar van de voltijd en deeltijd studie) dien je de norm van het Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS) te halen. Er is een minimaal te halen aantal studiepunten dat je moet halen, wanneer je die niet haalt, mag je niet verder studeren aan de opleiding. Dit wordt voorafgegaan door een officiële waarschuwing en wordt getoetst door de examencommissie.

 

Hoe wordt er getoetst?

De theorievakken toetsen op verschillende manieren, denk aan tentamens, verslagen, werkstukken of schrijfopdrachten. De praktijkvakken variëren ook in toetsvorm. De meeste sluiten af met een eindbeoordeling waarop het werk binnen een bepaalde opdracht aangeleverd moet zijn, daarbij behoren zowel het proces als product tot beoordelingscriteria. Bij het toetsen werken we ontwikkelingsgericht, middels feedback en feedforward.  

 

In welke beroepen komen de meeste studenten terecht?

De opleiding heeft je tijdens de studie voorbereid op een zeer groot werkgebied. Dat gebied is niet eenduidig, er zijn geen gebaande paden. Onze alumni vind je terug op veel prominente plekken in de kunstwereld en de samenleving. Dat kun je terugvinden op onze alumnipagina.

 

Hoe ziet het studentenleven eruit in Arnhem?

Arnhem is een levendige stad waar de creatieve industrie steeds meer en beter van zich laat horen. Denk bijv. aan het mode kwartier, maar ook in veel creatieve bedrijfsverzamelpanden en de Jacobiberg waar bijv. ook onze studenten een atelier hebben. Ook is er het beroemde Sonsbeekpark en veel (culturele) initiatieven, zoals bijvoorbeeld het filmhuis, theater, musea, galeries, sportverenigingen en -clubs. Ook ArtEZ verzorgt veel gratis activiteiten, voorstellingen, lunchpauzeconcerten.

 

Is er een introductieperiode/kamp en hoe gaat dat?

Tijdens de introductieweek maak je kennis met alle andere studenten van ArtEZ en de stad Arnhem. In een soort festival omgeving doe je diverse workshops en leer je de verschillende disciplines theater, dans, muziek en beeldend.