Zoeken naar de waterverf, een interview met Klaas Gubbels

juni 2014

Een tijd geleden zat ik in de aula en viel mijn oog op een rood beeldhouwwerk in de schaduw van het rietveld gebouw. Ik was meteen benieuwd naar de maker van dit werk, ik besloot hem een brief te schrijven met de vraag of ik hem zou mogen interviewen. Niet veel dagen later zit ik bij Klaas Gubbels in de auto op weg naar zijn atelier.

Terwijl we rijden kan ik me bijna niet voorstellen dat ik naast een tachtig jarige man zit. Hij rijdt met een flink tempo de Amsterdamsenweg op, toetert wanneer hij een bekende ziet, neemt zijn smartphone op tijdens het wachten bij een stoplicht en ondertussen vraagt hij aan mij wat ik liever drink, bier of wijn.

Net iets buiten Arnhem bevindt zich, zoals Gubbels zelf zegt, het mooiste atelier van Nederland. Zo mooi dat hij jaren geleden een aanbod voor een atelier in Parijs liet lopen. We rijden de oprit op en ik begrijp direct wat hij bedoelt. In een koetshuis tussen de weilanden en bomen huurt Gubbels een gedeelte van de bovenverdieping. Het is er licht en hoog , maar ik ben nog het meest enthousiast over het interieur.  Wat is het prachtig hier binnen, precies zoals een atelier van een kunstenaar eruit zou moeten zien. Het is een grote onoverzichtelijke verzameling aan spullen, maar toch brengt dit atelier een rustige sfeer met zich mee.

Klaas is een waterverf kwijt. Dit zorgt ervoor dat wij de eerste twintig minuten nog niet kunnen beginnen met het interview. Het is namelijk chaos in het hoofd van Gubbels en deze chaos kan alleen opgelost worden met het vinden van de waterverf. Ik besluit dus maar om te helpen met zoeken. Dit geeft mij tevens de kans om tussen de spullen van Gubbels te kijken. ‘’Je kan overal tussen kijken, wees maar een beetje brutaal, dan kan ik het beste praten’’.

Na het vinden van de waterverf kunnen we beginnen. Ik vraag hem waarom hij werkt en woont in Arnhem. Gubbels vertelt dat hij eigenlijk van grote steden houdt. Hij komt uit Rotterdam en nog steeds, na 60 jaar woonachtig te zijn in Arnhem, mist hij Rotterdam soms. Hij kreeg echter 60 jaar geleden de mogelijkheid om te studeren aan de kunstacademie van Arnhem en dat is de reden dat hij hier nu woont. Daarnaast wil hij niet vertrekken vanwege zijn indrukwekkende atelier.

Gubbels atelier ligt een paar kilometer buiten Arnhem, waardoor hij niet zo snel de stad in gaat en overdag zijn atelier zelden uitkomt. Ik vraag hem of zijn kunstenaarsbestaan dan niet eenzaam is. En inderdaad, de romantische gedachte dat een kunstenaar eenzaam is en altijd alleen werkt op zijn atelier, is goed toe te passen op het leven van Gubbels. ‘’Ik wil graag kunstenaar zijn, maar het heeft ook nadelen. Het is vaak eenzaam, toch ben ik daar ondertussen wel aan gewend’’.

Ik ben benieuwd of er veel verschil is tussen kunstenaars die 60 jaar geleden afstudeerden en de kunstenaars die tegenwoordig afstuderen. Gubbels denkt dat er wel een verschil is. Tegenwoordig trekken afgestudeerden veel meer een plan. Het gaat hierbij vaak om geld verdienen en snel bekendheid creëren. Destijds kon geld hem niks schelen, hij wilde gewoon graag schilderen, ook al moest hij dat zonder geld doen. Ook het snel bekend worden is volgens Gubbels niet nodig. Kunstenaars moeten één belangrijk aspect bezitten: een duidelijk uitgangspunt. Dat is genoeg. Ik vraag hem of één aspect niet een beetje weinig is, kunstenaar moeten tenslotte ook hard werken lijkt mij. Met hard werken is inderdaad niks mis volgens Gubbels, maar er wordt niet altijd beter werk gemaakt door hard te werken. Klaas zit gemiddeld zeven dagen per week op zijn atelier, het beste schilderij van de afgelopen maand, maakte hij in vijf minuten.

Klaas Gubbels heeft jarenlang één dag per week lesgegeven op de Willem de Kooning academie. Hij vond het fijn om les te geven vanuit de praktijk. De eigenheid en eigenzinnigheid van studenten was voor hem het belangrijkste. Doen wat hij zei en kijken bij mede studenten werd niet geaccepteerd door Gubbels. Hij bedacht vaak ter plekke opdrachten. Hij kan zich nog één opdracht goed herinneren waarin zijn visie duidelijk naar voren komt: ‘’schilder precies wat ik nu tegen je zeg, en als je dat doet, krijg je een vier.

Na een uur praten merk ik dat we het nog helemaal niet over zijn werk hebben gehad.  De laatste maanden is klaas ergens door bezeten. Hij wil het graag uitvoeren, maar het plan moet eerst zoals hij zelf zegt, in zijn kop rijpen.  Klaas laat mij een proefmodel zien. Een piepkleine in elkaar geknutselde houten tafel met drie vormen erop. Ik vind het fascinerend hoe overtuigd en enthousiast hij is over dit proefmodel. Ook blijkt hieruit dat hij graag tijd neemt om een werk te maken. Hij wil iets maken, maar hij weet nog niet hoe. Hij wil er graag over na denken, hij vind echter dat hij hier niet voldoende tijd  voor heeft. Ik merk op dat hij, nu hij tachtig is, vast wel wat meer tijd heeft.  Gubbels maakt mij duidelijk dat deze opmerking niet klopt, hij heeft nog steeds veel werk dat hij eerst moet afmaken.  Ik vraag hem of hij enthousiast wordt van het uitvoeren van opdrachten. Dit is erg verschillend. Hij is nu met een opdracht bezig die hij zo snel mogelijk af wil hebben. Het staat hem tegen en mentaal erg in de weg. Gubbels probeert alleen een opdracht aan te nemen als dit in het verlengstuk ligt van zijn uitgangspunt.

Gubbels wijst naar een schilderij ergens achterin het atelier.  Het is een schilderij met daarop een oranje koffiekan. ‘’Soms val ik bewust terug op clichés, dat is voor mij weer een aanleiding om te schilderen, uiteindelijk kom ik dan bij het goede schilderij uit’’.  Het schilderij met de oranje koffiekan zal hij dan ook nooit meegeven aan de galerie. Klaas heeft in al die jaren van schilderen een manier gevonden om tot de kern te komen van een werk. Het schilderij dat hij heeft gemaakt in vijf minuten zal hij wel meegeven aan de galerie, dit werk is voortgevloeid uit het schilderij met de oranje koffiekan.

De grappige, maar chaotische persoonlijkheid van Klaas, zoals ik die meemaakte in de auto en tijdens het zoeken naar de waterverf, is niet terug te vinden in zijn werk. Gubbels weet wat hij doet, werkt gericht en kijkt me een kritisch oog naar zijn eigen werk. Na een interview met Gubbels ben ik erachter gekomen dat zijn kunstenaarschap meer is dan alleen het schilderen van keukengerei. Het is een kunstenaarschap van een man die zich al jaren lang, met volle overgave en concentratie richt op het waarnemen, vervormen en schilderen van zijn fascinaties.