Het leven na de academie - Henk Huibers

januari 2018

Henk Huibers (1991), woont zowel in Opheusden als in Antwerpen. Van 2011 tot 2015 studeerde hij aan de docent opleiding. Sinds 2016 volgt hij een master fotografie in Antwerpen, waar hij volgende zomer afstudeert

Het leven na de academie, waar ben je beland?
Na het afstuderen ben ik gaan zoeken naar een volgende, meer specifieke studie, heb ik verschillende toelatingen gedaan en werkte ik intussen bij een examenbureau als examenleider (wat ik nu nog steeds doe). Dit had niets met mijn studie aan de docentenopleiding te maken. Enerzijds was dat relativerend en prettig, anderzijds had ik nog een sterke ambitie om mij verder te ontwikkelen in de beeldende kunsten.

Hoe zwart was het gat?
Wanneer je verwacht dat je de meest getalenteerde kunststudent bent waar de wereld reikhalzend naar uit heeft gezien, is er pas sprake van een zwart gat. Ik denk dat ik altijd realistisch ben geweest in mijn mogelijkheden en heb besloten om verder te gaan in dat wat ik interessant vind: de fotografie. Wel waren er momenten waarop mijn keuze voor de kunst op de proef werd gesteld.

Hoe ziet een gemiddelde maandag er uit? Hoe laat sta je op, wat eet je voor lunch en op welke plekken ben je allemaal te vinden.
Maandag werk ik thuis aan mijn scriptie. Deze vaste dag is erg productief, omdat ik alle andere werkzaamheden laat liggen en mij concentreer op het schrijven.

Wijs advies van docenten: welke les is je het meest bijgebleven van je tijd op de academie?
In de vier jaar van je studie ontmoet je veel uiteenlopende mensen en meningen. De één probeert zich nog eigenzinniger uit te drukken dan de ander, maar wanneer er dan een docent zegt dat dat ook allemaal toneel is, kan je aan het werk en vertrouw je diegene. In het meest ideale geval ontmoet je een geestverwant, dat klinkt zwaar, maar dat is iemand die weet (vaak al beter dan jijzelf) wat je zoekt, hoe je kijkt en wat je zou willen maken.

Welke academie herinnering/anekdote vertel je vandaag de dag nog steeds?
Wat ik veel doe is docenten imiteren, dus hun eigenaardige manier van spreken, kijken en bewegen. In anekdotes ben ik wat minder goed.

Wat mis je absoluut NIET aan de opleiding?
De eindeloze propaganda over wat kunstonderwijs zou moeten zijn. Voor mijn gevoel zijn we tijdens de opleiding nooit vrij geweest in hoe we dachten/spraken over kunstonderwijs en werden bepaalde nuttige oefeningen en trainingen afgedaan als ‘schoolkunst’.

Zou je ooit nog voor de klas willen staan?
Zeker! Echter zal je me waarschijnlijk niet meer zien als docent op een middelbare school. Een rol als docent op een kunstacademie lijkt me heel interessant.

Wat wil je van de daken schreeuwen over kunst?
In zijn algemeenheid is kunst natuurlijk een eigenaardig fenomeen geworden, met mythes die zichzelf in stand houden, kunstenaars die slachtoffer (of profiteur) zijn van de toenemende zinloosheid met de academie als hoeksteen, waarin een te groot scala aan mogelijkheden en betekenissen wordt gepredikt. Als jongeling is het dus moeilijk om iets zinnigs over kunst te zeggen.

Toch kan een kunstwerk betekenis krijgen wanneer ik ontvankelijk ben en een sensitieve waarneming herken in het werk. De Russische filmregisseur Andrej Tarkovski schrijft in zijn boek De verzegelde tijd (1987): ‘Het vermogen om voor kunst ontvankelijk te zijn, wordt ieder mens met zijn geboorte gegeven, en dit zal enkel zijn kracht behouden als hij oprecht en waardig leeft’. Dat laatste is wat zwaar, maar toch is dit een mooi idee over kunst, waar ik me graag mee identificeer.

Waar hoop je over 5 jaar te zijn?
Over 5 jaar hoop ik les te geven op een kunstacademie in de vakken fotografie en/of video en film. Verder hoop ik nog steeds werk te maken en dat met een zekere regelmaat te exposeren.

Still Black Mountain (2017)
Still Black Mountain (2017)
 Still Acceleration (2016)
Still Acceleration (2016)