← Back

Sculpturen binnen het keuzevak ‘Beyond Materiality’

Binnen het keuzevak ‘Beyond Materiality’, gegeven door docent May Heek, besteden we aandacht aan kunstenaars en Artist Educators die werken met zeer minimale of immateriële middelen. Tijdens de tweede les kwam er een tentoonstelling langs die mijn aandacht trok. Het concept en de materialen waarmee werd gewerkt, was voor mij erg nieuw.

Sculpturen met besmetting en controleverlies. Dit vormt de kern van Tidal Spill (2018); een installatie met een aantal sculpturale elementen die worden beïnvloed door verschillende chemische en mechanische handelingen. Kunstenaar Isabelle Andriessen interesseert zich in hoe materialen transformeren en presenteert dit fenomeen tijdens deze tentoonstelling.

Wat mij aantrok was de opmerking van May over deze tentoonstelling: ‘De kunstwerken zijn circulair, ze zijn recyclebaar’. Ze vroeg ons of we wisten of de kunst die wij maakten ook circulair was, maar daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht. Het is nooit echt in mij opgekomen om werk te maken die ik bijvoorbeeld altijd zou kunnen hergebruiken. May gaf aan dat deze circulariteit een gewenning is binnen de kunst. Al denk ik dat recyclen en duurzaamheid een steeds grotere wordende factor is in de kunstwereld van nu.

De sculpturen van Adriessen zweten, zetten uit en lekken. Ze zijn nauw met elkaar verbonden; wanneer het ene werk een chemische stof loslaat, reageren andere werken met kristallisatie en met het aanmaken van organismen. Deze zijn vrij om langzaam te groeien en zo het werk op te eten en te transformeren. De sculpturen kenmerken zich door het toeval en geen grip hebben op de uitkomst. De installatie is hierdoor oncontroleerbaar en er is constant sprake van verandering. Je kunt Tidal Spill zien als levend systeem waarin de individuele werken met elkaar een unieke wisselwerking gaan.

Wat ik zo interessant vind aan deze tentoonstelling is dat je op meerdere manieren kunt kijken naar hoe deze werken zich verhouden tot kunst. De kunst binnen deze tentoonstelling kunnen de sculpturen van de kunstenaar zijn, maar de transformatie van de organismen zelf op deze sculpturen is ook al een kunst op zich. Of een combinatie van beiden. Door de handelingen van de kunstenaar vindt verandering plaats, maar deze zullen nooit te sturen zijn. De objecten zullen altijd boven de handelingen van de mens staan. Wat wij kunnen doen is toekijken naar wat plaatsvindt voor onze ogen.

Het lijkt mij uitdagend voor iedere kunstenaar om zich een keer te focussen op de vraag hoe duurzaam en circulair de kunst is die zij maakt.

Wat zou je kunnen doen of veranderen om dit te bereiken?