WAAR BLIJFT DE NIEUWE GENERATIE KUNSTDOCENTEN DIE DURFT TE PROEVEN VAN WETENSCHAP EN TECHNIEK? #indeles

december 2019

Op 31 oktober 2019 vond de jaarlijkse studiereis van FabLab@SCHOOLdks plaats. Dit is een Maker Educatie-initiatief van drie Deense gemeenten en de universiteit van Aarhus. Dit jaar kwamen ze naar Arnhem voor een Workshop van ArtEZ- docenten Otto Nijs en Frank Kolkman. 

Voor deze dag werd ik samen met twee andere studentes gevraagd om over ons werk van vorig jaar te vertellen. Vorig jaar volgde ik het specialisatieprogramma Kunst, Wetenschap en Techniek. In het begin was dat echt spannend. Ik ben toch niet technisch, niet wiskundig of heel handig met digitale media. Al snel vond ik mijn weg. Bij dit vak leren we inderdaad werken met nieuwe technieken zoals arduino, lasersnijden, 3D printen. Voorbeelden waarvan het nooit een doel op zich is. We leren deze technieken om in te zetten en te zien als een tool waarbij kunst voorop staat. Deze manier van kijken naar kunsteducatie, in combinatie met wetenschap en techniek kun je samenvatten in de volgende afkorting:

STEM

'Science, technologie, engineering, mathematics.' 

Als je daar de A van art aan toevoegt kun je het veel breder trekken en is de context waarbinnen we kijken veel breder dan alleen droge stof. Dus dat maakt:

STEAM

'Science, technologie, engineering, art, mathematics.' 

Maar in de specialisatie ‘kunst, wetenschap en techniek’ staat juist de kunst voorop en daarbij gebruiken we science, technologie, engineering, mathematics. Dan krijg je:

ASTEM!

'Art, science, technologie, engineering, mathematics.' 

Werk gemaakt tijdens specialisatieprogramma Kunst, Wetenschap en Techniek, Christa Lasschuyt
Werk gemaakt tijdens specialisatieprogramma Kunst, Wetenschap en Techniek, Christa Lasschuyt

In het hedendaagse onderwijs is te zien dat scholen wel mee willen met de nieuwe technieken en bijvoorbeeld 3D-printers aanschaffen. Maar de realiteit is vaak dat er weinig docenten zijn die weten hoe het werk. Laat staan dat er lesmethoden zijn die hierop aansluiten en de nieuwe technieken waardevol kunnen maken voor de leerlingen. Daarom hebben we een nieuwe generatie kunstdocenten nodig die hebben geproefd van de technische kennis en die bereid zijn om ook te leren van de leerlingen. 

Hier liggen voor ons kansen om mee te gaan met de tijd als we een flexibele werkhouding hebben en willen inzetten. Het gaat er niet om dat iedereen moet kunnen programmeren, want over 10 jaar is er vast weer iets anders uitgevonden. Het is belangrijk dat de mindset van studenten en docenten veranderd. Flexibeler, niet bang om nieuwe dingen te leren en daarbij fouten durven te maken. In mijn eigen werk heb ik geprobeerd nooit de focus te leggen op dat het iets “high tech” moest worden. Juist wat je met “low tech” kunt bereiken spreekt mij heel erg aan. Door te werken met laagdrempelige technieken is het ook in de communicatie van je werk naar anderen te volgen waar je mee bezig bent.  

Werk gemaakt tijdens specialisatieprogramma Kunst, Wetenschap en Techniek, Christa Lasschuyt
Werk gemaakt tijdens specialisatieprogramma Kunst, Wetenschap en Techniek, Christa Lasschuyt

In mijn projecten ben ik vooral analoog aan de slag gegaan, de docenten omschreven het ook wel als ‘thinkering’. Gewoon experimenteren, bouwen, proberen, doorzetten, denken met je handen. Door jezelf ruimte te geven om fouten te maken en hiervan te leren zul je verder komen. Benader een proces luchtig, met een vleugje humor en geloof in de kracht van je eigen ideeën. Er is meer mogelijk dan je denkt, een technische achtergrond is zeker niet noodzakelijk want met doorzettingsvermogen en een open houding kom je verder dan je denkt, verder dan ik dacht. Met dit proces en deze houding zouden we als docenten leerlingen moeten motiveren. Zo maken we kunst toegankelijker en verlagen we de drempel naar het gebruik van nieuwe technieken.

Door over mijn eigen werk te vertellen tijdens de workshop aan het Deense Maker Educatie-initiatief werd mijn enthousiasme opnieuw geprikkeld. Experimenteren, jezelf ruimte geven om te mogen maken en vooral je proces luchtig benaderen met een vleugje humor. Precies zoals de quote van de Ierse schrijver en dichter Samuel Beckett. 

Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.