Matteo Bal: een animator met gevoel voor nuance en commercie

juni 2018

Verstopt tussen alle grote kunstwerken van zijn ateliergenoten, ontmoet ik Matteo Bal. Relaxed zit hij in zijn nike trainingspak en een roze petje op zijn hoofd op een bureaustoel. In dit atelier zijn geen potten verf, blokken klei of glitters te vinden. Wat hij nodig heeft? Zijn laptop en een stoel. Matteo is de enige die dit jaar afstudeert met animatie en biedt een kijkje in zijn atelier.

Waar ben je nu mee bezig? Wat ben je aan het maken?

“Ik ben nu voor mijn afstuderen bezig met een animatie die helemaal roze is. Nu ben ik bezig om voor deze film een setting te creëren, een installatie om het werk in te bekijken: een grote tv op een kastje met een gigantisch roze vloerkleed. Een decor om heel chill naar de tv te kijken.”

Zijn er voor jou al afstudeerders geweest die als eindwerk een animatie maakten, of ben jij de eerste en heb jij de weg moeten vrijmaken voor jezelf? Moest je lobbyen voor jezelf?

“Er zijn twee mensen die voor mij ook iets met animatie hebben gedaan, maar dat wil ik natuurlijk wel een beetje overtroeven. Het was wel een lange weg om docenten er van te overtuigen dat illustratie en cartoons mijn ding zijn, en goed over te brengen dat het echt dit medium is waar ik me helemaal op wil focussen. Zeker in het tweede jaar was iedereen heel opstandig tegen het illustratieve. Dat kreeg ik ook op m’n schouw te horen, dat ik te illustratief was. ‘Ik zie cartoons, maar geen kunst’, die uitspraak kan ik mij nog goed herinneren. Maar in het tweede jaar was ik er nog van overtuigd dat ik een kunstenaar moest worden, en in het derde jaar dacht ik: ‘fuck it. Nu wil ik gewoon cartoons maken’. Dat hebben de docenten ook vrij snel geaccepteerd, want rond die tijd kies je je eigen pad en vertrouwen de docenten in jouw keuze, in hetgeen dat jij tof vindt.”

Daarna ging je je eigen weg en had je daar vertrouwen in.

“Ja, precies.”

Matteo heeft zijn bureau vol staan met kleine spulletjes en materialen die hij verzamelt. Hieruit haalt hij inspiratie voor zijn vele verhalen. Soms begint hij met een interessante vorm of voorwerp en bedenkt van daaruit zijn verhaal.
Matteo heeft zijn bureau vol staan met kleine spulletjes en materialen die hij verzamelt. Hieruit haalt hij inspiratie voor zijn vele verhalen. Soms begint hij met een interessante vorm of voorwerp en bedenkt van daaruit zijn verhaal.

Wat is de aanleiding geweest voor het onderzoek waar je nu mee bezig bent?

“Heel veel mensen denken eerst vanuit een concept, wat ze willen zeggen en wat ze willen over brengen op de toeschouwer. Ik denk eigenlijk vooral vanuit intuïtieve beelden. Dan ben ik aan het tekenen en denk ik: ‘oh, dit is misschien wel een cool verhaal!’, dan vormt het zich vanuit daar. Dat geldt ook voor deze animatie. Mijn film gaat over allemaal monstertjes en twee witte blobjes die door een veld rennen. Ik was bezig met allemaal verschillende monstertjes te tekenen in Illustrator en dat vond ik zo leuk dat ik daaromheen een verhaal heb verzonnen. Binnen twee dagen had ik een verhaal. Dat verhaal verandert natuurlijk altijd wel een beetje als je bezig bent en uiteindelijk wordt het toch anders dan hoe je het eerst in je hoofd had.”

“Iedereen heeft een andere mening, maar ik wil ze niet dwingen om anders te denken.”

In hoeverre typeert het werk dat je maakt, jou als persoon?

“Ik denk dat het wel redelijk overlapt met mij als persoon… want ergens denk ik wel altijd diep na over de maatschappij waarin we leven en over alle problemen die er zijn. Toch wil ik het wel altijd vanuit een ludieke inslag benaderen. Ik vind namelijk dat we erg veel aan het zeuren zijn. We worden verplicht om overal over te discussiëren en overal een mening over te hebben. En een gematigde mening ‘mag niet', dus wil ik in mijn werk die nuance erin hebben. Dat je niet een kant hoeft te kiezen, maar gewoon in het midden kan zitten. Iedereen heeft een andere mening, maar ik wil ze niet dwingen om anders te denken.”

Dus je werk is ook wel open voor eigen interpretatie?

“Wat je ermee doet, ligt open. Bij redelijk wat geëngageerde kunstenaars is hun mening heel duidelijk en willen die kunstenaars ook dat het publiek die mening over neemt. Als ik zo’n kunstwerk zou maken, zou ik aan de toeschouwer zijn mening vragen en hem zelf laten beslissen. Je hoeft niet mijn mening over te nemen.”

Hoe kijk je terug op je studietijd op ArtEZ?

“Heel goed! Ik heb echt heel erg genoten. Ik vond mijn studietijd heel leuk, het is fijn dat je op de academie alles heel intuïtief kan doen. Je voelt altijd wel een soort druk, maar niet de druk om geld te verdienen. Dus je kunt echt nog heel veel experimenteren en ik hoop dat ik dat na de opleiding ook nog heb. Ik merk namelijk dat in het vierde jaar de druk van het geld verdienen en rondkomen en werk verkopen of opdrachten binnen halen heel erg toeneemt. En dat is aan de ene kant mooi, want het betekent dat je voorbereid bent op de samenleving, het werkveld en dat soort dingen, maar aan de andere kant haalt het ook wel echt die intuïtie en het experiment weg.”

Welke wijze les of opmerking tijdens de opleiding is je het meest bijgebleven? Waar heb je het meest aan gehad?

“Oeh, dat is een lastige, want ik heb heel veel wijze lessen gehad. Maar ik denk toch een uitspraak van Heske ten Cate. Zij zei heel scherp: ‘als je niet doet waar je echt voor wilt gaan, wat doe je hier dan?’ Je moet je ook vooral niet laten tegenhouden door docenten als je echt weet wat je wilt.”

Matteo laat in zijn atelier een wand van illustraties op de achterkant van Actionbonnetjes zien.
Matteo laat in zijn atelier een wand van illustraties op de achterkant van Actionbonnetjes zien.

Waar zie je jezelf over vijf jaar?

“Het zal toch altijd anders lopen dan je voor ogen hebt, maar over vijf jaar heb ik in ieder geval genoeg opdrachten om rond te komen en doe ik lekker commercieel werk. Animaties voor bedrijven bijvoorbeeld, dat lijkt me super leuk. Daarnaast ben ik dan nog steeds bezig met kunstzinnig werk, ik zou graag willen werken voor festivals of zelfs animatiefestivals. Heel misschien groei ik van daaruit wel weer terug naar het kunstenaarschap. Ik vind dat de kunstwereld nu nog niet heel erg openstaat voor animatie. Ik denk dat er bijvoorbeeld veel meer kunstzinnige animaties getoond kunnen worden in musea. Maar of ik de ‘kunstenaarsvibe’ echt heb, dat weet ik niet. Want het leven als kunstenaar is, vooral financieel, zo ontiegelijk zwaar. Wat dat betreft heb ik geluk dat ik commercieel werken net zo leuk vind.”

Hoe anders zou jouw kunst zijn als je een opleiding had gevolgd in animatie, in plaats van Docent Beeldende Kunst en Vormgeving/FADE?

“Daar twijfelde ik inderdaad heel erg over, in het derde jaar sloeg ik mezelf echt voor de kop dat ik geen animatieopleiding had gedaan. Maar ik had zonder deze opleiding waarschijnlijk niet ontdekt dat ik animatie zo leuk zou vinden. Nu waardeer ik ook echt wel de brede kunstopvatting waarmee we worden opgeleid. Als ik alleen animatie had gestudeerd, zou ik technisch en verhalend heel goed zijn, maar ik denk dat ik nu in het kunstzinnige opzicht veel meer getraind ben. Dat kan ik natuurlijk niet met zekerheid zeggen. Wat ik in mijn sollicitaties altijd zeg is dat ik ben opgeleid als kunstenaar én docent. Als kunstenaar kan je een boodschap origineel overbrengen en als docent kan je die boodschap ook nog eens heel helder en duidelijk neerzetten. Ik denk dat dat echt een groot voordeel is van onze opleiding. Misschien beseffen we dat niet heel erg, maar stiekem zijn we best wel gewild. We komen wel goed terecht. En de opleiding wordt alleen maar beter.”

“Ik houd het allemaal open en als ik het geld heb, doe ik het gewoon!”

Dus je ziet jezelf in eerste instantie commercieel werken en later misschien terugkeren naar het kunstenaarschap?

“Ja, want juist door commercieel te werken, kan ik ook mijn vrije projecten financieren.”

En zouden jouw vrije projecten dan ook animaties zijn of andere media?

“In het begin denk ik nog wel animatie, maar misschien wil ik ook wel een prentenboek maken. Ik houd het allemaal open. Misschien dat ik schilderen wel weer helemaal leuk vind… oude stillevens… Nee. Dat wordt het niet. Maar ik houd het open en als ik er geld voor heb, dan doe ik het gewoon!”