Kunstwerken aanraken: het innerlijk dilemma

oktober 2016

Wanneer je in een museum rondloopt, krijg je de kans gegrepen te worden door een kunstwerk. Dat kan komen door het kleurenpalet, de voorstelling, het materiaalgebruik of de textuur. Hierbij kan ook het gevoel ontstaan dat je het werk wilt voelen. Helaas, dit is niet toegestaan. In de traditionele musea mag niks aangeraakt worden, is het oorverdovend stil en als je te dicht bij een werk komt, kan er een alarm af gaan.

Tegenwoordig is het vaker toegestaan in musea om kunst aan te raken en er wordt steeds meer interactieve kunst geëxposeerd. Het punt van beschouwen wordt dichter naar de toeschouwer toegetrokken. Maar het oude idee dat je niets mag aanraken blijft bestaan, ook in de gedachtes van de bezoekers. Het is opvallend als een museum een kunstwerk heeft dat aangeraakt mag worden, dit veelal moet worden aangegeven met bordjes als; ‘Please touch the Art’.

Zo was ik deze zomer in museum Reina Sofia te Madrid. De Reina Sofia is gefixeerd op de moderne kunst en laat dit in grote ruimtes zien. Stel je voor: midden in de ruimte ligt een soort betonnen weegschaal zonder lintje, waarschuwing of naambordje. Hierdoor is het onduidelijk wat precies de bedoeling is. Mijn brein maakt hiervan tijdens mijn bezoek: ‘Misschien gaat het werk bewegen wanneer je erop staat, waarschijnlijk mag dit wel, er staat namelijk geen bordje’.
Het resultaat: Een boze vrouw komt op mij afgestormd omdat ik zo brutaal ben om op een modern kunstwerk te gaan staan.
Blijkbaar is een bordje met ‘Please touch the Art’ toch wel nodig als de afwezigheid ervan leidt tot dit soort situaties.

Gelukkig is er altijd in het museum nog de mogelijkheid om terug te vallen op de altijd aanwezige bewakers, die je duidelijk vertellen wat je wel, maar vooral ook niet mag.
Als het gaat over openbare kunstwerken, waar zowel de bewaker als de bordjes en touwen ontbreken, is het een moeilijker dilemma.

De regels van kunst in de openbare ruimte zijn namelijk een stuk vager.
Bij de zogeheten ‘rotondekunst’ is het duidelijk niet de bedoeling dat je daarbij mag komen. De wegen eromheen zijn een gigantisch ‘niet verder dan hier’-lint. En bij fonteinen, zoals de Trevifontein, is er een natte barrière die je tegenhoudt om de werken echt te onderzoeken.
De kunstwerken die nog wat verder in de natuur zijn geplaatst hebben een meer geavanceerde manier van redeneren nodig.

Zoals het werk Penpoint Cairn van Andy Goldsworthy in Engeland. Een van de mooie tussenstops tijdens de excursie van de DBKV-opleiding. Goldsworthy heeft hier één van zijn beroemde ei-vormige beelden gebouwd waarmee hij belangrijke punten uit zijn leven wil aangeven. Zijn idee is om het beeld, na zijn voltooiing, weer over te laten aan de natuur. Zure regen, zware hagel en zachte zonneschijn zorgen voor hun impact op het beeld.
Na de aankomst bij de sculptuur komen de eerste vragen op: Het rode steen zit onder een soort mos, hoe zou die combinatie voelen? En zitten al die stukken steen los of zijn ze aan elkaar bevestigd? De enige manier om daar antwoorden op te krijgen is door te voelen. Maar mag dit dan wel of niet?
Aansluitende vragen luiden: ‘De natuur mag de vrije loop nemen met dit beeld. Is de mens natuur?’, ‘Ben ik natuur?’ en ‘Mag ik de vrije loop nemen met dit beeld?’. Hier hadden we even de tijd voor om over na te denken.

Tot de vraag word beantwoord door een medestudent: hij klimt op het beeld en gaat erop zitten. Dit vind iedereen wel erg controversieel, maar de docent start een gesprek over dit filosofische onderwerp. Tijdens dit gesprek zie ik dat de student, die net de koning van het ei lijkt, het bovenste (losse) stuk oppakt en boven zijn hoofd tilt. Een aantal ontstelde en geschokte gezichten, maar ook lachende zijn het resultaat. Dan komt de uitslag van het gefilosofeer: Ondanks het feit dat de mens wel natuur is, mag dit niet de aanleiding zijn om alles met het kunstwerk te doen wat je wilt.
Nadat de ei-koning het stuk heeft teruggelegd en van de troon is geklommen om terug naar de bus te lopen, kan ik het toch niet laten om met mijn vingers langs het werk te strijken en de verleiding onderdrukken om een stukje mee te nemen.