Ik doe maar wat

januari 2018

Student Jasper Tork struint door de straten van Nijmegen en Arnhem opzoek naar woorden. Als kleine, onopgemerkte aanmoedigingen om het dagelijkse leven te begrijpen.

“Ik doe maar wat”.

Als Toon Hermans, in de kleuren van een clown.

Een documentaire waarin wij als kijker inzicht krijgen in zowel het artistieke als privé leven van Hermans. Ondanks een van zijn favoriete uitspraken “ik doe maar wat”, is toch elk nonchalant detail voorbereid, zowel in het privé leven als in zijn artistieke bestaan. Bijna als een sectievergadering. Waar zelfs na weken mailcontact voorafgaande aan de vergadering uiteindelijk blijkt dat men maar wat heeft aangemodderd met de agenda punten. Het “maar iets doen” lijkt bijna een menseigen karaktertrek waar niemand aan ontkomt. Is “maar iets doen” wel zo kwalijk als het veelal wordt gezien? Moet het altijd worden gekenmerkt door onkunde, slordigheid en incompetentie? Nee, natuurlijk niet. Als een ander ook eens zou zeggen, ik doe maar wat, zou dit enorm helpen. Stel je voor, je bent in gesprek met je manager, de persoon die erop wordt aangesproken als jij je werk niet goed doet. Op een gegeven moment in het gesprek vallen de volgende woorden: weetje, ik doe soms ook maar wat. 

Uiteindelijk rommelt iedereen wel eens maar wat aan. Zoals je er als kind van overtuigd bent dat papa superman is, en alle talen vloeiend spreekt. Zo kom je er als puber op vakantie achter dat jullie voor de zoveelste keer met de auto verdwaald zijn in een willekeurige stad in Frankrijk, en dat zelf het vragen om de weg in het Frans al niet geweldig soepel uit zijn mond komt. Het is in negen van de tien gevallen fijn om te horen dat een ander ook maar iets doet. Een doktersbezoek is dan ook een van de weinige uitzonderingen hier, dit lijkt me namelijk de laatste plek waar je wilt horen dat iemand maar iets doet. Zolang je geen levens hoeft te redden zou ik graag Pipi Langkous willen citeren.

“ik heb dit nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”! 

-Pipi Langkous