Het ontstaan van ArtEZ en het Rietveldgebouw

december 2016

Het in de volksmond genoemde Rietveld-gebouw kan gezien worden als het voornaamste pand van de academie in Arnhem. Ook lessen van de opleiding DBKV vinden er regelmatig plaats. Het Rietveld-gebouw was echter niet het begin van de Arnhemse academie. Al bij de aanvang van de 19de eeuw werden de eerste bouwstenen van het huidige ArtEZ gelegd. Wat is er vandaag de dag nog over van de visie van die 19de -eeuwse academie? En in hoeverre is deze onderwijsvisie van toen en nu weerspiegeld in het glazen indrukwekkende gebouw?

De academie begon in 1802 als ‘Genootschap Kunstoefening’,  deze instelling verzorgde verschillende cursussen in ‘teken-, bouw-, boetseerkunde en bouwkundige sieraden’ zoals dat in die tijd werd genoemdJ.W. Staats Evers, J.W., Beschrijving van Arnhem, Arnhem 1868, p. 158. In de 20ste eeuw werd dit ‘de middelbare school voor beeldende kunst en kunstnijverheid van het genootschap ‘Kunstoefening’’.[2] Uit een interview met directeur G.J. van Lerven van de toenmalige academie in het tijdschrift Panorama uit 1941 is op te maken dat aan training in verschillende disciplines toen al belang werd gehecht. ‘Een acte middelbaar teekenen bijvoorbeeld wordt hier niet veroverd door iemand, die jaren achtereen niet anders gedaan heeft  dan teekenen en nog eens teekenen, uitsluitend om aan de examen-eisen te kunnen voldoen.  Neen, hij moet ook andere vakken geleerd hebben.’ De lokalen van de ‘middelbare school voor beeldende kunst en kunstnijverheid’ zouden de indruk van een atelier gewekt hebben.  In deze ateliers mochten studenten vanuit hun ‘eigen, zij het uiteraard geleide, opvatting’ werken. Aan de andere kant gaf directeur van Lerven aan dat de academie hun leerlingen graag wilde begeleiden in hun zoektocht naar schoonheid; alleen werk maken vanuit de fantasie was niet genoeg: ‘Wij hadden hier eens een jongeman, die zich in de eerste maanden van zijn studie hier uitleefde in bizarre, vaak onbegrijpelijke teekeningen. Zonder twijfel getuigden zij van een grille en levendige fantasie, maar ja, het wás niets, ziet u.’

In 1955 besloot het bestuur van academie dat er een nieuw gebouw moest komen, de reden hiervoor is echter niet duidelijk te achterhalen. Al snel werd architect Gerrit Rietveld voor deze opdracht gevraagd. Rietveld zou  vrij duidelijke ideeën gehad te hebben over hoe het gebouw eruit moest zien.[3] Rietveld schijnt aan collega architect Bertus Mulder gevraagd te hebben: ‘Hoe kun je zoiets als kunst nu leren?’[4] Een belangrijk uitganspunt was dat het gebouw de studenten niet mocht afleiden of beïnvloeden.[5] Het gebouw moest daarom neutraal en open zijn.

Hij ontwierp het gebouw tegelijkertijd met dat van de academie in Amsterdam. Voor beide gebouwen gebruikte hij dezelfde constructie: een geprefabriceerd betonskelet met glazen omhulling. Hij maakte bij beide gebouwen ook gebruik van een ‘open hoek’. Dit betekent dat de hoeken van de gebouwen waar drie raamvlakken samenkomen bestaan uit een minimum aan materialen en dit zorgt voor een heel ruimtelijk gevoel in de hoeklokalen. In het verleden was er zelfs de mogelijkheid om de ramen op te schuiven, waardoor de verbinding met buiten nog groter werd.[6]

Vlak na oplevering in 1963 – vlak voor de dood van Rietveld – was de bijzondere vliesgevel juist het geen wat voor problemen zorgde.3 Het glas zorgde voor een soort broeikaseffect: op zonnige dagen was het enorm warm in het gebouw. Er zouden zelfs studenten zijn flauwgevallen. Een airconditioningsinstallatie was op dat moment te duur en als gevolg hiervan werd zowaar een protestsluiting overwogen.

Desondanks wordt er nu in 2016 nog altijd volop gebruik gemaakt van het gebouw. ArtEZ houdt zich nog steeds bezig met verschillende disciplines naast elkaar. ArtEZ wil ook de eigenheid en autonomie van de student stimuleren en borgen.[7] Er is dus wel enige verband te zien tussen de opvattingen van directeur van Lerven uit de 1941 waarin hij multidisciplinariteit en de ‘eigen, zij het uiteraard geleide, opvatting’ van de student noemt, de doelen van Rietveld voor het gebouw waarmee hij de kunstenaar in wording vooral niet wilde belemmeren, en de visie uit 2016 waar opnieuw de autonomie van de student wordt benoemd samen met de verschillende disciplines.

Zelf ben ik afgelopen schooljaar afgestudeerd aan ArtEZ. Mijn keuze is op deze academie gevallen mede door het Rietveld gebouw. Wat mij betreft is het Rietveld gelukt een gebouw te ontwerpen wat je vrijheid geeft en je niet belemmerd door zijn mogelijkheden. De bedoeling van Rietveld is te voelen in het interieur met zijn kleuren en vlakken wanneer je de verschillende opleidingen met elk zijn eigen sfeer passeert.

 

[1] J.W. Staats Evers, J.W., Beschrijving van Arnhem, Arnhem 1868, p. 158

[2] K. (anoniem), ‘Waar jonge kunstenaars worden gevormd. Een rondgang door de “Kunstoefening” te Arnhem, Panorama 46 (1941) (november), pp. 2-4

[3] Hubert- Jan Henket e.a., De Kunstnijverheidsscholen van Gerrit Rietveld, Amsterdam 1997, pp. 42 – 44

[4] Ida van Zijl, Gerrit Rietveld, Utrecht 2010, p. 179

[5] Rob Dettingmeijer, Marie-Thérèse van Thoor, Ida van Zijl (red.) Rietveld’s Universum, Rotterdam 2010, p. 124

[6] Gerrit Rietveld, Johannes van Dillen, Johan van Tricht, ‘Akademie voor beeldende kunst en kunstnijverheid te Arnhem’, Bouwkundig weekblad 81 (1963), p. 464

[7] Visie ArtEZ <https://www.artez.nl/dit-is-artez/wie-zijn-wij/visie-en-missie> (16-11-2016)