Er kan niet gecorrespondeerd worden over de uitslag

januari 2017

Op 26 juli van het jaar 2016 loop ik een stel glazen deuren uit, in mijn hand een bruine map met daarin het duurste papiertje dat ik bezit. Mijn diploma. Ik werp nog een keer een blik achterom en stort me dan, vol overgave, in de echte wereld. Beton onder mijn schoenen en Tl-lichten boven mijn hoofd. Niets kon me deren, want de economie trekt aan, er staan vacatures genoeg op het internet en alles is te bereiken. Daarbij is dit ook het jaar geweest waarin dromen wordt aangemoedigd, waarin het lijkt of iedereen een succesvol bedrijf kan starten en je alleen wordt geremd door je eigen onzekerheid.

Een aantal dagen later stuur ik mijn eerste sollicitatiebrief. Op een vacature die, naar mijn idee, precies aansluit bij waar ik goed in ben, namelijk een vacature voor het ontwerpen en invullen van catalogi voor een museum. De letters vliegen het papier op, mijn redeneringen kloppen, de brief is enthousiast en mijn CV heeft een kekke oppepper gehad qua vormgeving. ‘Verzenden’. Nou ja, nadat ik nog tien keer heb gekeken of alle data kloppen, de namen goed zijn gespeld en mijn brief door minimaal vier bekenden enthousiast is ontvangen. Nog even staar ik naar mijn mailbox en bijna direct krijg ik mail terug. ‘Uw sollicitatie wordt in behandeling genomen.’

Een week later zoemt er iets in mijn tas.

“Geachte heer/mevrouw,

Hartelijk dank voor uw sollicitatie naar de functie van … . Uit de ontvangen reacties hebben wij inmiddels een eerste selectie gemaakt. Helaas moet ik u mededelen dat de keuze niet op u is gevallen. Wij danken u voor de interesse die u hebt getoond in onze organisatie en wij wensen u veel succes bij het vinden van een passende functie.

Met vriendelijke groet,”

Afwijzing nummer één. Natuurlijk had ik het wel een beetje aan zien komen. De dagen daarna druppelt mijn mailbox steeds voller met deze onpersoonlijke, moeilijk te volgen afwijzingen. Soms is er een duidelijke reden (er is ‘intern gerekruteerd’) en soms is het niet te plaatsen. Zoals afgewezen worden voor een junior-functie (waarvoor nul jaar ervaring vereist is), omdat je te weinig ervaring hebt. Of omdat je ‘profiel’ niet past binnen de organisatie. Soms zelfs omdat er teveel brieven zijn verstuurd en ze opgehouden zijn ze te lezen.

In die week stuur ik nog acht brieven. De week erna zes. De afwijzingen druppelen niet meer binnen maar stormen de deur plat. Mijn zelfvertrouwen heeft er inmiddels onder te lijden; echt dromen doe ik niet meer en in de brieven die ik stuur zit steeds meer werk. Ook lijdt mijn omgeving; zij moeten immers alle brieven goedkeuren. Bij het minste commentaar schrijf ik een hele brief overnieuw. Het is steeds moeilijker om vacatures te vinden. Bij iedere vaardigheid die ze vragen, klik ik verder omdat ik niet kan bewijzen dat ik het wel kan. Dan gaan er een aantal weken voorbij waarin ik de moed niet meer heb om op ‘verzenden’ te klikken.

Na veel ruzie en stress dan toch maar weer een brief sturen; nu naar meer veiligere opties (functies onder mijn opleidingsniveau en traineeships buiten mijn vakgebied). En dan krijg ik een mail binnen; ik mag op gesprek komen! En twee dagen later ook een positief bericht over een traineeship bij een grote organisatie. Ik loop 2 weken op wolken, maar met een steen in mijn maag. Wat als ik aangenomen wordt op de ene, moet ik dan nog naar het andere gesprek? Wat als ze me allebei afwijzen? Wat als ik op alle twee aangenomen wordt?

Na het eerste gesprek wist ik al; dit wordt het niet. De volgende dag kreeg ik inderdaad telefoon met de boodschap dat ik niet bij de ‘doelgroep’ paste. Als ik vraag om uitleg blijft dit uit. Teleurgesteld hang ik de telefoon op en verstuur  nog maar eens wat motivatiebrieven (want het woord ‘sollicitatiebrief’ is niet meer van deze tijd). Het tweede gesprek blijkt een soort wedstrijd te zijn; er zijn 130 traineeships en 500 mensen die zijn uitgenodigd om geobserveerd te worden. Er zijn lezingen, opdrachten, en je houdt een pitch. Alles wat je doet en zegt wordt geanalyseerd. Een gesprek van 7 uur dus. Het bedrijf noemt dit een ‘gezellige dag’, maar je proeft de zenuwen van iedereen. En een aantal dagen later komt het telefoontje, een vriendelijke vrouwenstem weet mij te vertellen dat ik een goede pitch had, me goed en zeker had gepresenteerd, maar dat ik te idealistisch was voor hun bedrijf. Dat moment, 3 maanden na het halen van mijn diploma, veegde de grond onder mijn voeten vandaan.

Het wordt steeds moeilijker om vacatures te vinden waarbij  ik er vertrouwen in heb dat ze mijn CV en motivatiebrief serieus nemen. Ik ben gaan zoeken naar cursussen met baangarantie (die bijna net zo duur zijn als de vierjarige opleiding die ik net af heb gerond). Je zit vast tussen het kiezen voor een rotbaan die niets verdiend, of een voorbereiding op nog meer afwijzingen. Terwijl je zelfvertrouwen inmiddels in bed is blijven liggen, je motivatie met lood in de vijver is gegooid en je laatste dromen vervangen zijn door teksten uit afwijzingsmail. Ik merk ook dat ik steeds minder heb om over te praten met anderen. Vooral omdat niemand wil horen dat je hebt gefaald. De eerste maand hebben ze nog medelijden, daarna wordt het zeuren. Daarbij heeft iedereen ook zo zijn eigen ideeën over wat je moet doen; vrijwilligerswerk, organisaties waar je moet solliciteren, ‘zo moeilijk kan het niet zijn’, ‘misschien moet je tevreden zijn met minder’.

Mijn werkeloosheid lijkt in alles mijn eigen schuld te zijn. Mijn verwachtingen zijn te hoog, ik heb niet de juiste opleiding gedaan. En natuurlijk krijg ik ook te horen dat ik niet moet zeuren, want ‘je zit pas een paar maanden thuis’. In bijna alle kranten staat dat de economie aantrekt en dat er meer banen bijkomen. Toch staat in de Correspondent dat er in Nederland zo’n 125.000 vacatures zijn. Daar staat echter tegenover dat de schatting van het aantal werkzoekenden op 715.000 is gesteld.

Het valt mij op hoe onpersoonlijker de afwijzing is, hoe harder deze aankomt. Een algemene brief zorgt dat ik me ongezien en niet serieus genomen voel. Een sollicitatie is immers een hele investering die samenhangt met hoop, dromen en een toekomstbeeld dat keer op keer veranderd wordt door een e-mail waar enkel in staat dat je ‘niet in het profiel past’ en ‘dat er niet gecorrespondeerd kan worden over de uitslag’. Relativeren door te denken aan mensen die langer thuiszitten, die werk doen waar ze geen heil in zien, helpt op sommige momenten. Maar hoeveel je ook relativeert, na een afwijzing is het geen troost meer dat bijna 590.000 mensen in hetzelfde schuitje zitten. Het is dan gewoon tijd om weer moed te verzamelen voor een volgende sollicitatiebrief, want ik ben nog niet zo ver dat ik op straat cv’s uit sta te delen (klik hier voor het artikel).

Na vier maanden is er voor mij verlossing, de telefoon zoemt en een oud-klasgenoot heeft een baan waarbij er een tijdelijke andere functie is vrijgekomen. Ik ga op gesprek en heb voor het eerst een positief gevoel. Direct ’s avonds wordt ik al gebeld dat ik ben aangenomen. En of ik volgende week al kon beginnen. Ik heb me hier vol ingestort, de echte wereld even aan mijn voeten. En over drie maanden hoop ik op een nieuwe kans op de banenmarkt.