De kunst van het combineren

september 2014

Als een wind snelt ze door een klaslokaal van ArtEZ hogeschool voor de kunsten, waar ik een afspraak met haar heb. Anouk Mulders is nog even bezig met het beantwoorden van enkele vragen van leerlingen. Tijdens het interview vertelt ze met twinkelende ogen over haar werk en straalt ze enthousiasme uit. Een indruk heeft ze zeker achtergelaten. Ik moet bekennen dat ik sowieso nogal onder de indruk ben van alle banen en verplichtingen die deze vrouw allemaal heeft in één week.

Anouk Mulders is geboren op 6 mei 1977 in het Noord-Brabantse Bergen op Zoom. Een vrolijk lentekindje dat nu in Arnhem woont. Deze bezige bij is niet alleen werkzaam op ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Op dit moment werkt Anouk ook op het Liemers College in Zevenaar, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en bij VO-digitaal. Op het Liemers College is ze sectiehoofd tekenen, mede-kunstcoördinator CKV en docent voor de klassen 3 havo tot en met 6 vwo. Daarnaast ondersteunt ze op de twee kunstacademies de afdelingen Docent Beeldende Kunst en Vormgeving en Fine Art. Haar vakkenpakket bestaat uit filosofie, kunstgeschiedenis, kunstfilosofie, beroepspraktijk en vakdidactiek. Anouk is mede-coördinator van het Studium Generale op de HKU en scriptiebegeleider. En alsof dat nog niet genoeg is, is ze ook projectleider en auteur bij VO-digitaal. Ik val helemaal van mijn stoel als ik hoor dat ze óók nog eigen beeldend werk maakt. Kortom, een alleen op papier al zeer druk rooster. Anouk Mulders mag je met recht het predikaat harde werker toekennen.

Anouk heeft een indrukwekkend Curriculum Vitae met een master in Art en een master in Fine Art van de Hogeschool voor de kunsten Utrecht. Daarnaast heeft ze een bachelordiploma Algemene Cultuurwetenschappen/Vergelijkende Kunstwetenschappen en een eerstegraads bevoegdheid docent voor de beeldende vakken. En dit is nog niet eens de helft van het aantal opleidingen en bijscholingen dat Anouk heeft gevolgd sinds het begin van haar eigen studie Grafische vormgeving in 1995.

Ik vraag me af hoe Anouk Mulders als student en tegelijkertijd docent de ruimte tussen academie en werkveld ervaren heeft en hoe ze is gekomen tot waar zij nu is. Als leerling wist Anouk niet welke opleiding ze wilde volgen. Het moest iets zijn ‘met tekenen’. Ze begon op de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht aan een opleiding Grafische Vormgeving, maar is halverwege het 2e jaar overgestapt naar de docentenopleiding. Op het moment dat ze stage begon te lopen moest ze vooral meelopen en werken met wat al bedacht was. “Dat vond ik zelf niet prettig en daarom wilde ik ook eigenlijk niet het onderwijs in. Het beeld dat ik van het docentschap had, werd voor mij bevestigd. Dat je weinig vrijgelaten wordt. Maar dat verschilt per school, weet ik nu. En daarnaast is het natuurlijk zo dat een stagiaire niet zomaar van alles kan gaan verzinnen.”

Door het lesgeven leer je zelf veel dingen, omdat je informatie moet overdragen. Je moet het snappen om het te kunnen overbrengen en je wordt door de leerlingen direct geconfronteerd met de gaten in je kennis.

Ze was 20 toen na de docentenopleiding per toeval een baan in het onderwijs op haar pad kwam. Anouk kreeg meteen een groot aantal klassen voor haar kiezen, waaronder de bovenbouw. “Dat was voor mij erg confronterend. Ik moest daardoor wel meteen écht docent zijn, maar ik had wel meteen een baan die niet bestond uit alleen maar vervangen. Het ‘gewoon doen’ zorgde ervoor dat ik ervaring opdeed. Vertrouwen moet je ook krijgen door het te doen. Je weet nooit alles als je net van een academie afkomt. Tijdens je baan spijker je jezelf bij. Op de academie leer je hoe je een les moet opbouwen, waar je informatie kunt vinden, wat de basisvaardigheden zijn voor het lesgeven. Je denkt dat je genoeg kennis hebt om alles te weten wanneer je van de academie afkomt, maar dat kan gewoon niet in vier jaar. Na de academie begint het toepassen pas en dat moet je ook nog leren. De eerste 5 jaar heb je nodig om jezelf te leren kennen als docent, door je eigen sterke en zwakke kanten te ontdekken. Boos worden bijvoorbeeld, dat kon ik niet en dat paste ook niet bij me als persoon. Nu weet ik dat het ook niet altijd hoeft en heb ik ontdekt dat humor ook werkt”.

Veel van Anouks vroegere klasgenoten zijn uiteindelijk niet in het onderwijs beland. Het merendeel moet er niet aan denken om nu nog het onderwijs in te gaan. Voor Anouk was het juist een goede zet. “Door je meteen in het werkveld te storten, heb je weinig tijd om na te denken over alles wat je (nog) niet kunt, te twijfelen over de inhoud van je lessen, je aanpak en je kennis. Wanneer je het beginnen met lesgeven uitstelt, ga je alleen maar meer twijfelen aan je kunde, waardoor je misschien uiteindelijk besluit de stap naar het klaslokaal niet meer te maken.”

Anouk wilde zichzelf blijven ontwikkelen. Al haar studies, cursussen en banen versterken elkaar. De drang om geïnformeerd te zijn en op de hoogte te blijven van wat er allemaal gebeurt, maakte dat ze zich inschreef voor een nieuwe master naast haar docentschap. Hierdoor raakte ze weer bekend met het studeren. Door haar persoonlijke ervaring met studeren en het werkveld als docent weet ze veel van de overgang tussen werkveld en academie. “Door het lesgeven leer je zelf veel dingen, omdat je informatie moet overdragen. Je moet het snappen om het te kunnen overbrengen en je wordt door de leerlingen direct geconfronteerd met de gaten in je kennis. Het onderwijs is een hele stimulerende werkomgeving. Al mijn verschillende werkplekken stimuleren elkaar ook, ik leid studenten op voor het middelbaar onderwijs waar ik zelf ook inzit. Ik snap dus waar ze naartoe gaan en hoe ik ze daarbij het beste kan helpen. Als tekendocent bijvoorbeeld geef ik eigenlijk helemaal geen filosofie, maar bepaalde visies zijn wel handig als uitgangspunt om je lessen neer te zetten. Als het gaat om dingen bevragen en werkbesprekingen voeren ligt er vaak wel een filosofische theorie aan ten grondslag, maar dat hoeft de leerling niet te weten.”

Anouk is zelf ook beeldend kunstenaar. Naast het studeren en werken kwam ze steeds minder aan haar eigen beeldend werk toe. Dat gemis was de aanleiding om een 2e master Fine Art te gaan volgen. Ze snapt naast het werkproces het maakproces dus ook als ervaringsdeskundige en kan haar eigen ervaringen delen met haar studenten. Als docent heeft Anouk nog nooit twee jaar hetzelfde lesprogramma gegeven. De drive om te constant te ontwikkelen zit in haar persoonlijkheid. “Er zijn steeds nieuwe dingen, andere leerlingen die veranderen, dus waarom zou ik steeds toevoegen en niet weglaten?”

Ik heb zelf het genoegen gehad leerling bij Anouk te mogen zijn aan de docentenopleiding voor de Beeldende Kunsten op ArtEZ. Ik wist dat ze naast docent aan ArtEZ op veel meer gebieden actief was en dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Ik was benieuwd naar wat zij mij allemaal kon vertellen over haar eigen ervaringen met het gat tussen academie en werkveld. Als ik zeg gat, dan heb ik het niet over een grote gapende leegte, maar ook niet over een soepele overgang tussen academie en werkveld. De kennis en ervaring die je vergaart op zowel de academie als in het werkveld zijn belangrijk, maar ook heel verschillend. Anouk heeft haar kennis en ervaring uit de meest verschillende hoeken gehaald en gebruikt dat nu als ijzersterke combinatie. Je kunt vanuit een academie niet alles leren over het werkveld en in het werkveld moet je gebruiken wat je hebt geleerd, maar daar niet in blijven hangen. Door je te blijven ontwikkelen, ontwikkel je ook je vaardigheden, kijk op het vak en kun je het beste uit jezelf blijven halen.